King James Bible - Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

1st Thessalonians 3
1 Thessalonicenzen 3     

The First Epistle of Paul to the Thessalonians
1 Thessalonicenzen

Return to Index
Index

Chapter 4

Furthermore then we beseech you, brethren, and exhort you by the Lord Jesus, that as ye have received of us how ye ought to walk and to please God, so ye would abound more and more.

 

Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meerovervloedig wordt.

For ye know what commandments we gave you by the Lord Jesus.

 

Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den Heere Jezus.

For this is the will of God, even your sanctification, that ye should abstain from fornication:

 

Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij;

That every one of you should know how to possess his vessel in sanctification and honour;

 

Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer;

Not in the lust of concupiscence, even as the Gentiles which know not God:

 

Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen.

That no man go beyond and defraud his brother in any matter: because that the Lord is the avenger of all such, as we also have forewarned you and testified.

 

Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben.

For God hath not called us unto uncleanness, but unto holiness.

 

Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking.

He therefore that despiseth, despiseth not man, but God, who hath also given unto us his holy Spirit.

 

Zo dan die dit verwerpt, die verwerpt geen mens, maar God, Die ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven.

But as touching brotherly love ye need not that I write unto you: for ye yourselves are taught of God to love one another.

 

Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gijzelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben.

And indeed ye do it toward all the brethren which are in all Macedonia: but we beseech you, brethren, that ye increase more and more;

 

Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel Macedonie zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt;

And that ye study to be quiet, and to do your own business, and to work with your own hands, as we commanded you;

 

En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben;

That ye may walk honestly toward them that are without, and that ye may have lack of nothing.

 

Opdat gij eerlijk wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt.

But I would not have you to be ignorant, brethren, concerning them which are asleep, that ye sorrow not, even as others which have no hope.

 

Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.

For if we believe that Jesus died and rose again, even so them also which sleep in Jesus will God bring with him.

 

Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem.

For this we say unto you by the word of the Lord, that we which are alive and remain unto the coming of the Lord shall not prevent them which are asleep.

 

Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapenzijn.

For the Lord himself shall descend from heaven with a shout, with the voice of the archangel, and with the trump of God: and the dead in Christ shall rise first:

 

Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zulleneerst opstaan;

Then we which are alive and remain shall be caught up together with them in the clouds, to meet the Lord in the air: and so shall we ever be with the Lord.

 

Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd metden Heere wezen.

Wherefore comfort one another with these words.

 

Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.

1st Thessalonians 5 - 1 Thessalonicenzen 5

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001-2004 by johnhurt.com